In de loop der geschiedenis zijn er ook in het Westland diverse gewapende conflicten uitgevochten. De eerste sporen daarvan vinden we terug uit de Romeinse tijd toen in ons gebied veel Romeinse troepen waren gelegerd. In de vroege middeleeuwen van 800 tot 1000 zijn er invallen van de Noormannen. Om zich tegen die invallen te beveiligen werden er ringwalburgen gebouwd, die waarschijnlijk in Monster, Naaldwijk en Maasland gestaan hebben.
In de late middeleeuwen werden er door de graaf van Holland landgoederen in leen gegeven aan adellijke families die op hun landgoed een verdedigbaar huis, een kasteel, mochten bouwen.
In de 14de eeuw, tijdens de Hoekse en Kabeljauwse twisten, zijn er bij verschillende kastelen gevechten geweest.
Tijdens de 80-jarige oorlog, tussen 1572 en 1574, trok er een Spaanse legertroep door het Westland. Om te voorkomen dat zij gebouwen als versterking konden gebruiken werden de meeste kastelen en kloosters in het Westland preventief verwoest, de tactiek van de verbrande aarde.
In 1653 werd op zee voor Ter Heijde een zeeslag met de Engelsen uitgevochten.
Eind 19de eeuw werd aan de monding van de Nieuwe Waterweg in Hoek van Holland een fort gebouwd ter bescherming van de Rotterdamse haven.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden er vanaf 1942 zeer veel bunkers en andere fortificaties aangelegd door de Duitsers voor de zogenaamde Atlantikwall.