Tuinbouw

Groenteveiling

Bij boerderijen was altijd al een klein deel van de grond in gebruik als tuingrond, meestal voor eigen gebruik van de boer. Bij de boerderij was ook een boomgaard, waarvan de appels en peren voor het overgrote deel voor de handel waren.

In de 17de eeuw werd in opdracht van Frederik Hendrik een nieuwe trekvaart en rijweg aangelegd van zijn paleis in Honselersdijk naar Den Haag. Hierdoor werd de reistijd van het centrum van het Westland naar de markt in Den Haag zo veel korter dat de kwetsbare tuinbouwproducten dezelfde dag nog verhandeld konden worden. Het werd toen voor grootgrondbezitters lucratief om landbouwgrond in tuinbouwgrond om te zetten. De pachtopbrengst van tuinbouwgrond was tweeënhalf keer zo hoog als landbouwgrond.

In de 19de eeuw ontstonden er snelle verbindingen met Engeland (stoomboot) en Duitsland (spoor) waardoor de export van tuinbouwproducten enorm groeide. Het Westland had een gunstig (zee)klimaat voor tuinbouw en aan de kust ook meer zonuren, waardoor er vroeger geoogst kon worden dan elders. Voor vroege producten werden hogere prijzen betaald omdat de aanvoer dan nog laag was. Door gebruik van tuinmuren en glazen kassen wisten de Westlandse tuinders de oogst nog verder te vervroegen en zo groeide de streek uit tot een belangrijk tuinbouwgebied.