Landschap

t Woudt

Het Westlandse landschap is sinds de prehistorie nogal veranderd. Het water van de zee en de rivieren heeft een grote rol gespeeld bij de opbouw van het landschap. Na de laatste IJstijd steeg de zeespiegel en ontstond door smeltwater de Noordzee.

Omstreeks 6.500 voor Chr. werd er langs de Nederlandse kust een duinenrij gevormd, met daarachter een moerasachtig veengebied. Veen bestaat uit afgestorven planten, waarop weer nieuwe planten groeien. Door dit proces van verlanding ontstond een metersdik veenpakket. De natuurlijke afwatering van het veengebied verliep via kreken, waarbij het water via de rivier de Maas naar zee werd afgevoerd.

Bij stormvloeden drong het zeewater via de Maas en de kreken het Westland in. Door deze overstromingen werden zand- en kleilagen afgezet in het gebied. Zo ontstond er een afwisselend geheel van diverse grondlagen.
In de 12de eeuw werd het Westland getroffen door twee zware overstromingen, waarbij er in het centrum van het gebied een vruchtbare zavelige klei werd afgezet. Na deze overstromingen is het Westland opnieuw in cultuur gebracht en kreeg het de vorm die in grote lijnen nu nog te herkennen is.