Kastelen & buitenplaatsen

buitenplaatshodenpijl1823

1634 - Hoofdgebouw van buitenplaats Hodenpijl (1823)

Toon streetview

De voor- en zijgevel van het hoofdgebouw van de buitenplaats Hodenpijl, gelegen aan de Tramkade tussen Den Hoorn en Schipluiden, oogt imposant door zijn hoogte en breedte. De vondst van een tekening uit 1823, van een onbekende maker, bevestigt het gevelbeeld, dat tijdens een bouwhistorische verkenning in 2002 reeds was opgevallen.

Achter de cementlaag bevonden zich korfbogen boven de vensters en kelderopeningen. Ze waren versierd met zandstenen blokjes. De kelder heeft een kruisgewelf, die in het midden wordt gedragen door twee achtkantige zuilen. Ook hier geven de stenen aan dat de bouw van dit gedeelte van de buitenplaats in de eerste helft van de zeventiende eeuw heeft plaatsgevonden.

De opdrachtgevers voor de bouw waren Mr. Maerten Paets en zijn schoonmoeder Machtelt Leijningen, weduwe van Hillebrant Jacobsz. van Wouw. In 1634 waren zij in het bezit gekomen van deze oude boerderijplaats. De families Paets en Van Wouw woonden in Den Haag. Ze handhaafden op het achtererf van de buitenplaats de boerderij.

In 1678 blijkt Jacob Abrahamsz. Luchtigheijt de pachter van het agrarische gedeelte te zijn. Na 1763 kwam het bezit Hodenpijl in handen van meestertimmerman Willem van den Bosch uit Schipluiden.

In 1833 kocht Dirk Jacobsz. Ammerlaan het gehele bezit; hij was onder meer boterhandelaar en tot 1855 burgemeester van Hodenpijl. Op het achtererf liet hij een dubbel pakhuis bouwen, dat er nog steeds staat.
Later werd hij ook burgemeester van Schipluiden.

De gemeenteraadsvergaderingen vonden tot 1881 plaats in de grote opkamer van de buitenplaats Hodenpijl.
Het monumentale pand is sinds een aantal jaren rijksmonument.