Wonen

schipluiden-0066-p

1294 - Schipluiden, Valbrug ( 1955)

Toon streetview

In een oorkonde uit 1083 van graaf Dirk V van Holland wordt de naam Scipleda genoemd. Vermoedelijk werd hiermee de waterweg aangeduid waarlangs zich later het dorp Schipluiden ontwikkelde. In 1294 is er in een oorkonde van het Domkapittel Utrecht sprake van de parochie Scipleda. De kerk van Schipluiden was een dochterkerk van Maasland.

Bestuurlijk was Schipluiden toen nog een onderdeel van het ambacht Maasland. Officieel werd Schipluiden pas in 1570 een zelfstandig ambacht. Landbouw en met name veeteelt was de voornaamste bron van bestaan.

Rondom Schipluiden lagen veel zelfstandige ambachten, zoals Dorp, Hodenpijl, St. Maartensregt, Hof van Delft, Groeneveld, Woud-Harnasch en Zouteveen. In de 19de eeuw werden deze ambachten meest omgevormd tot zelfstandige gemeenten, maar dit bleek in de praktijk moeilijk werkbaar. Vanaf 1855 vonden verschillende samenvoegingen plaats.

In 1921 werd de gemeente Hof van Delft opgeheven en kwamen Den Hoorn en ’t Woudt bij de gemeente Schipluiden. In 1941 volgde Zouteveen na opheffing van de gemeente Vlaardinger-Ambacht, waardoor Schipluiden qua grondgebied de grootste gemeente van Zuid-Holland was.

Dat bleef zo tot 1960 toen 800 ha grond – met in begrip van Abtswoude – door Delft werd geannexeerd ten behoeve van de stadsuitbreiding. In 2004 werden Schipluiden en Maasland samengevoegd tot de gemeente Midden-Delfland.