De kerk werd in 1900-1901 gebouwd op de plaats van een kerk uit 1807, die weer een vervanger was van een schuurkerk uit 1662. Architect Albert Margry ontwierp een grote driebeukige kruiskerk in neogotische stijl. De halfingebouwde toren aan de voorzijde is ongeveer 60 meter hoog.
Het neogotische hoofdaltaar werd gebouwd in het atelier van Pierre Cuypers. De kosten van fl. 5000,- werden door bouwpastoor P.M.H. Finkenflügel betaald. Hij ontwierp zelf ook de gebrandschilderde ramen, die door de Utrechtse firma van W. van de Wurf werden gemaakt. Het orgel werd in 1901 gebouwd door P. J. Adema. Hierbij werden de pijpen van het uit 1796 stammende orgel van Abraham Meere herbruikt.
Op 3 juli 1941 ontplofte een afgedwaalde Duitse vliegtuigbom in de buurt van de kerk, waarbij een aantal gebrandschilderde ramen werd verwoest. De restauratie werd pas in 1984 voltooid. In de jaren ‘60 zijn de zijaltaren en de preekstoel uit de kerk verwijderd. Het hoofdaltaar werd daarbij verkleind.