De Kerklaan bestond al onder die naam in de 16e eeuw, omdat bewoners van de verspreid liggende boerderijen en pelgrims uit het Westland via dit pad en de Kaaibrug naar de Domkerk liepen.
Ook het huidige achterlaantje en Koorlaantje waren dus onderdeel van de Kerklaan.
Aan de Kerklaan wordt in 1597 door Pieter Franszn. Overschie, een grootgrondbezitter uit Delft, de Boerderij Vreeburch gebouwd.
Maar het duurt tot 1872 voordat de open gronden langs de Kerklaan beetje bij beetje worden ontwikkeld.
kadasterkaart uit 1832 met Kerklaan en paardenpad naar de Noordlierweg (klik voor een vergroting)
Cornelis van Rijn, die in de tweede helft van de 19e eeuw woonachtig is op Boerderij Vreeburch, wil samen met zijn broers Gerardus en Leonardus een eigen katholiek kerkje stichten.
Zij krijgen daartoe toestemming van de bisschop van Haarlem nadat ze hebben toegezegd de bouw- en onderhoudskosten te zullen financieren.
Ze kopen vervolgens aan de noordkant van de Lee grond voor de bouw van de kerk, maar ook drie percelen grond aan de zuidkant van de Lee, grenzend aan de Dorpsstraat.
Eén van deze drie percelen laten ze ongemoeid, maar de andere twee voegen ze samen en breken het huis dat daar op staat af. Vervolgens laten zij in 1868 een nieuwe brug over de Lee aanleggen, zodat de kerk ook vanuit het dorp bereikbaar zal zijn.
De brug wordt vernoemd naar de boerderij waar Cornelis woont: Vreeburch.
De kerk wordt niet veel later gebouwd en in 1872 in gebruik genomen.
Pieter Ammerlaan, die uit Delft komt, koopt in 1882 de boerderij, de Kerklaan en de aangrende gronden van de gebroeders van Rijn.
Piet Ammerlaan is zuinig op zijn bezit, want hij zet de Kerklaan af met hekken, zowel aan de kant van het dorp, als bij de Kanaalweg.
Zonder zijn toestemming mag er geen gebruik van de weg worden gemaakt, wat door de bewoners van de Noordlierweg en de Kanaalweg niet altijd in dank wordt afgenomen.
In 1908 laat Pieter de boerderij bewonen en uitbaten door zijn neef en nicht Joor (Georgius) en Marie Ammerlaan, beiden ongehuwd.
Als in 1917 Piet Ammerlaan overlijdt laat hij zijn bezit na aan Joor en Marie.
Omstreeks 1924 wordt het gedeelte van de Kerklaan vanaf de Dorpstraat tot en met de verderop liggende molensloot door Joor en Marie verkocht aan Koenraad en Cornelis Kapteijn, makelaars uit Maassluis. die ten noorden van de katholieke kerk in 1929 een woonwijk realiseren (36 woningen aan de Van Rijnstraat, Molenstraat, en Tuinstraat).
Kapteijn verkoopt in datzelfde jaar de Kerklaan vanaf de Dorpstraat tot en met de verderop liggende molensloot aan Herman van der Mark. In de verkoop is ook een perceel grond ten noorden van de Tuinstraat begrepen. Herman is een zoon van Willem van der Mark die in 1910 een woning heeft laten bouwen op de hoek van de Dorpstraat en de Kerklaan.
Herman is administrateur op een rubberplantage op Sumatra, waardoor het beheer van laan en brug berusten bij zijn vader en na diens overlijden bij zijn broer Willem jr.
Evenals Ammerlaan voor hem, beperkt hij de toegang tot de laan en brug en heft hij tol over de toegang tot de Kerklaan. De bewoners van het achterland en bezoekers van de Katholieke kerk zijn ervan vrijgesteld.
De overige passanten zijn echter vaak sneller dan de kinderen van Willem jr., die geacht worden het geld te innen, zodat het vrij snel een zachte dood sterft.
Herman van der Mark verkoopt uiteindelijk op 8 oktober 1938 zijn deel van de Kerklaan aan de gemeente, maar behoudt de gronden ten oosten daarvan waarop hij inmiddels een tuin en villa heeft gerealiseerd,
Dit voorste gedeelte van de Kerklaan is dan openbare weg, maar Joor Ammerlaan is nog altijd in het bezit van het het overige deel van de Kerklaan dat loopt vanaf de molensloot tot aan de Kanaalweg met de daaraan liggende gronden.
Hij verhuurt vervolgens vanaf 1946 diverse aan de Kerklaan gelegen percelen grond aan jonge startende tuinders van buiten De Lier, onder voorwaarde dat zij katholiek zijn.
Later worden deze tuinders in staat gesteld eigenaar te worden van hun bedrijf.
Zo stimuleerden zij niet alleen de cultivering van het gebied, maar ook de groei van de katholieke gemeenschap.
In december 1949 besluit de gemeenteraad, zij het met nog al wat bedenkingen, ook het gedeelte van de Kerklaan dat dan nog in het bezit is van Ammerlaan aan te kopen.
Er is vooral weerstand tegen de financiële afspraken die met Ammerlaan zijn gemaakt, maar uiteindelijk laat de Raad het algemeen belang van een vrij toegankelijke Kerklaan zwaarder wegen.
Het verkeer over de Kerklaanbrug neemt door alle bedrijvigheid in het achterland snel toe, wat de brug niet ten goede komt.
Begin 1960 is de situatie onhoudbaar geworden.
In 1962 wordt dan ook, ter verbreding van de laan, een rijtje huizen aan de dorpskant van de Kerklaan afgebroken en wordt de houten brug vervangen door een betonnen brug.
Als vanaf 1967 het woningbouwprogramma Bleijenburg wordt gerealiseerd, blijkt al snel dat de brug voldoet, maar de toerit vanuit de Hoofdstraat niet.
De krappe bocht is een bijna niet te nemen obstakel voor het bouwverkeer.
De Kerklaan wordt vervolgens opnieuw verbreed door de sloop van de woning en manufacturenwinkel van Keijzer, op de hoek Hoofdstraat/Kerklaan.
De nieuwe brug, met links nog het pand van Keijzer