Het gasthuis van ’s-Gravenzande werd in de eerste helft van de 13e eeuw gesticht, naar mag worden aangenomen met medewerking van de grafelijkheid.
Het gasthuis lag achter de kerk op de hoek van de huidige Gasthuislaan/Vreeburghlaan.
‘s-Gravenzande lag in die tijd aan een belangrijke weg die van noord naar zuid langs de kust liep.
Het gasthuis diende als logement voor reizigers. Het was niet groot er waren maar acht slaapplaatsen, daarom kon men er in het algemeen maar één nacht onderdak krijgen.
Bij storm, als het niet mogelijk was om de Maas over te steken, was het toegestaan tweemaal te overnachten.
In later tijd werd het gasthuis bestemd tot proveniershuis, nu zouden wij zeggen een verzorgingshuis. In 1617 werd het grondig verbouwd “omme daarinne te mogen onderhouden worden verscheidene oude miserabele mans- en vrouwspersonen en schamele onbejaarde kinderen”.
Om opgenomen te worden moest men zich inkopen, dat werd bij contract geregeld. Hierdoor was men verzekerd van een oudedagsvoorziening. Omdat het gasthuis aan het begin van de 19e eeuw bouwkundig in zeer slechte staat verkeerde werd het in 1807 afgebroken.