Aan de Woudseweg in Den Hoorn liggen zeven woningen die aangeduid worden met de naam Knakenbuurt.
De huur van deze huizen bedroeg in de beginperiode ƒ 2,50 per maand, vandaar de bijnaam van dit buurtje.
Opdrachtgever voor de bouw was Cornelis Tetteroo. Zijn zoon Hendricus Tetteroo legde de eerste steen op 18 februari 1898. Cornelis Tetteroo liet de woningen bouwen uit sociale bewogenheid en als geldbelegging. Hij bezat zelf een boerderij op een aangrenzend perceel. Er was in die tijd nog geen sprake van een woningbouwvereniging.
De bouw van de Knakenbuurt was gereed begin juni 1898. Na het overlijden van Cornelis Tetteroo in 1905 verviel het rijtje huizen aan zijn vrouw Francina de Vreede. Toen zij stierf in 1935 erfde haar dochter Wilhelmina Tetteroo met haar man Franciscus Heggelman de woningen. Na de dood van Wilhelmina verkocht Heggelman in 1960 de Knakenbuurt voor ƒ 17.500,- aan Cornelis Wassenaar, een makelaar in Schiedam. Rond 1965 werden de huizen aan de bewoners verkocht.
De zeven woningen hadden oorspronkelijk het uiterlijk van een boerderij. In de voorgevel zaten veertien schuiframen; voordeuren hebben altijd ontbroken. De ingang van de huizen ligt aan de achterzijde. Een pad verbindt de woningen; achter dit pad bevinden zich de tuintjes en schuurtjes van de bewoners. Voor de oorlog werd hier groente geteeld. Vrijwel elk gezin had achter het huis kippen, konijnen en soms een koe, een varken of een geit.
Er was één gemeenschappelijke waterput.