Wonen

Brandweerkazerne achter oude gemeentehuis

1939 - Brandweerkazerne achter het gemeentehuis (1939)

Vóór de uitvinding van de handbrandspuit bestrijdt men branden met leren emmers, ladders en brandhaken. Branden blussen lukt nauwelijks. De halfvolle emmers water die vanaf ladders over het vuur worden uitgegooid, hebben bijna geen effect.

De uitvinding van de handbrandspuit en brandslang, midden 17e eeuw, is voor de ontwikkeling van de brandweer erg belangrijk.
Met de kleine mobiele brandspuit kan men voor het eerst tamelijk effectief branden bestrijden.
De gemeente De Lier koopt in 1736 zo’n brandspuit, die gestald wordt in de Domtoren.

Een formele brandweergroep bestond nog niet.
Van alle burgers werd verwacht dat zij zich bij de brandbestrijding verdienstelijk zouden maken.
Eens per jaar wordt de brandspuit getest tijdens de Lierse kermis.

Brandweer en brandspuit rond 1900 (klik voor vergroting)

In 1933 wordt de vrijwillige brandweer opgericht om deskundiger dan voorheen branden te kunnen blussen.
Instructeur wordt agent Berfelo, die afkomstig is van de politiebrandweer in Delft.
In 1939 wordt een gebruikte vrachtauto omgebouwd tot de eerste brandweerwagen van het Lierse korps.
Tegelijkertijd wordt achter het gemeentehuis een brandweergarage in gebruik genomen.

In 1953 wordt een nieuwe brandweerkazerne aan de Burgemeester Crezeelaan feestelijk in gebruik genomen.
Na de officiële opening is er ’s avonds feest in een zaaltje bij Van der Horst.
De ironie wil dat, bij het na afloop opruimen van de zaal, een van de daarmee belaste dames ontdekt dat er een nog smeulende peuk tussen de kieren van de houten vloer ligt. Twee planken zijn al aan het gloeien.
Gelukkig zijn de brandweerlieden nog wel zo helder, dat zij dit beginnende brandje snel kunnen blussen.

De Nieuwe brandweerkazerne aan de Burg. Crezeelaan

In 1994 wordt, nagenoeg op de plek van de voorgaande, de huidige brandweerkazerne in gebruik genomen.

Deze marker komt voor in: