Wonen

Opening begraafplaats Crezeelaan 1922

1922 - Nieuwe begraafplaats (1922)

Omstreeks 1920 bestaan er plannen om buiten de kom van het dorp, een nieuwe begraafplaats aan te leggen.
Daarom besluit de gemeente in april van dat jaar van J. van den Berg Azn., 10.285 m2  grond te kopen voor de aanleg van de begraafplaats en de bouw van veertien arbeiderswoningen.
Al in 1914 heeft de gemeente in Delft 375 meter spoor van 70 cm breed, 2 wissels, 4 kiepkarren en 3 lorries gekocht.

rechts het aangelegde spoor

Het spoor is voor het vervoer van grond en bouwmateriaal van de haven, naast de oude begraafplaats, naar het voor woningbouw  te ontwikkelen gebied aan de zuidzijde van de Dorpsstraat, wat uiteindelijk de “oranjewijk” zou worden.
Ook voor de aanleg van de nieuwe begraafplaats komt dit spoor goed van pas.
De oude begraafplaats aan de Dorpsstraat/Hoofdstraat was sinds 1829 in gebruik en door de gestage groei van de Lierse bevolking te klein geworden.

Vanwege voornamelijk financiële perikelen duurt het tot 1922 voordat er met de aanleg van de nieuwe begraafplaats en de bouw van de veertien arbeiderswoningen wordt begonnen.
De architect van de begraafplaats is de heer Luipen en de timmerman/aannemer van twee baarhuisjes is de heer J. Koene.
De begraafplaats is dan 100 meter lang en 63 meter breed.

Op 23 december 1922 wordt de nieuwe begraafplaats door Burgemeester Crezee plechtig in gebruik genomen.
Ook de voorzitter van de gezondheidscommissie, de heer Bijl, neemt daarbij het woord en is buitengewoon lovend:
“De werken hebben onze verwachtingen overtroffen en maakt zeker voor De Lier een grootse indruk”.

De ingang van de nieuwe begraafplaats wordt geflankeerd door twee baarhuisjes, waarin twee sierlijke stenen zijn aangebracht.
De steen aan de rechterkant bevat de namen van B. en W. en raadsleden; die aan de linkerkant het stichtingsjaar en de naam van de architect.

Na de bezichtiging van de begraafplaats wordt het gezelschap bij de ingang van de begraafplaats, zodat de beide baarhuisjes ook te zien zullen zijn, op de foto gezet.

Daarna bezichtigde het gezelschap de veertien nieuw gebouwde woningen, die in de nabijheid van de begraafplaats waren gerealiseerd.
Hun oordeel over de woningen was positief, getuige het verslag in een editie van de regiokrant “de Westlander” ter gelegenheid van de ingebruikname van de begraafplaats.

“In het algemeen worden de woningen als geriefelijk en doelmatig beoordeeld en wordt de mening geuit dat hier werkelijk enerzijds is voldaan aan de minimum te stellen eisen voor een arbeiderswoning en anderzijds toch ook alles is gedaan om in verband met de tijdsomstandigheden en de hoge bouwkosten, de grens van het dragelijke niet al te veel is te overschrijden.

De huizen bevatten een aardige voorkamer, een kleine slaapkamer en keuken. De privaat is in een uitbouw aangebracht welke achter vanuit de keuken bereikt wordt.
Deze uitbouw is verder bestemd als bergplaats en zal zeker door de bewoners op hoge prijs worden gesteld.

Boven zijn nog drie afdelingen, geschikt voor slaapplaatsen; de opgang bevindt zich tegenover de voordeur, zodat hier tegelijk een portaal is. Verder is het huis voorzien van kasten en in de keuken een klein aanrecht.
De afwerking lijkt heel goed te zijn en de huizen geven een aangename indruk.”