Vrije tijd

Staelduinse bos

1870 - Staelduinse bos ( 2010)

Sinds het begin van de vorige eeuw is het Staelduinse bos toegankelijk voor bezoekers. In de jaren 30 van de vorige eeuw moest men daar wel een kaartje voor kopen bij rentmeester de Bruijn. Na de oorlog, in 1958 verkoopt de familie van Rijckevorsel het zuidelijk deel van het Staelduinse bos aan de Staat der Nederlanden.

In dit deel worden munitieopslagplaatsen gebouwd en er komen hekken omheen. Omdat het bos niet meer te exploiteren is wil de eigenaar het resterende noordelijke deel van het bos rond 1970 verkopen aan een golfclub voor de aanleg van een exclusieve golfbaan. Dit wordt verhinderd door massale protesten uit de bevolking. Het Staelduin moet behouden blijven voor de recreatie van de Westlandse bevolking.

Intensief overleg op gemeentelijk, provinciaal en regeringsniveau leidt er uiteindelijk toe dat het noordelijk deel van het Staelduin in januari 1971 wordt aangekocht door de provincie Zuid-Holland waarna het wordt overgedragen aan de stichting het Zuid-Hollands Landschap. Met name de vereniging Vrienden van het Staelduinse bos, in 1970 opgericht als reactie op de plannen van de golfclub, heeft zich met succes ingezet voor het behoud van het bos.

Na een ingrijpende verbouwing van de bij de oude boerenwoning behorende koestal, vindt op 24 juni 1978 de officiële opening van het informatiecentrum “D’Oude Koestal” plaats. Daar kan de bezoeker kennis nemen van de historische ontwikkeling van het gebied, de flora en de fauna en het belang van het bos voor het milieu in het Westland. Het bos met aangrenzende weilanden heeft een belangrijke natuurwetenschappelijke waarde.

Nu kan iedereen genieten van de rust en de natuur in het vrij toegankelijke Staelduinse bos, het enige bos in het Westland.