Landschap

SONY DSC

1644 - Oranjepolder op de kaart van Kruikius 1750

De Oranjepolder op de kaart van Kruikius uit 1712, “verhelderd” in 1750, dus ruwweg 100 jaar na de inpoldering in 1644. Uit de eigenaardige vorm blijkt dat men bij de aanleg van de Pettendijk, de Oranjedijk en de Schenkeldijk gebruik heeft gemaakt van de reeds aanwezige natuurlijke verhogingen en waterlopen in dit gors in de Maasmonding.

Ten noorden van de Lange Kruisweg vormde een zandrug een geschikte ondergrond voor de bouw van in totaal 7 boerenhoeven. In de volksmond werden deze boerderijen op rij aangeduid met nummers; de 1e hoeve, de 2e hoeve enzovoort, gerekend vanaf de Oranjesluis. Een 8e hoeve stond wat verder richting de Maas aan de Korte Kruisweg. De Korte Kruisweg deelt de Lange Kruisweg precies doormidden.

Ontstaansgeschiedenis
Na de aanleg van de Nieuwe Maasdijk omstreeks het jaar 1240 ontstonden er in de Maasmond al spoedig weer nieuwe buitendijkse gorzen. Bij  ‘s-Gravenzande vormde zich op die manier door aanslibbing en zandafzetting duinengebieden met een sterke natuurlijke begroeiing; de Beer en het  Staelduinse bos. Ook ter hoogte van de Nol vertoonde de Maas een sterke neiging tot verzanding, en het is bekend dat in het midden van de 16e eeuw de boeren in het Honderdland hun vee lieten weiden op buitendijkse gebied.

Op 17 maart in het jaar 1644 verleenden de Staten van Holland aan de Prins van Oranje Frederik Hendrik octrooi “omme te bedijcken eenige buytengorsen van sijne aengewasschen int Hoenderlant”.  Dat zoiets niet op stel en sprong geregeld werd mag blijken uit het feit dat er in 1631 reeds een eerste bedijkingsplan was ingediend. De aanleg van de polder is uitgevoerd door de landmeters Johan van der Velde en Matheus van Inneveld, die het werk aannamen van de Prins voor ongeveer 100.000 gulden. Inneveld wordt in de Prinselijke kronieken aangeduid als “dijckgraef ende aennemer van de Orangienpolder”

De inrichting van de Oranjepolder was in het begin erg eenvoudig. Dwars er door heen liepen 2 zandwegen die elkaar in het midden kruisten; de Lange Kruisweg en de Korte Kruisweg. De Korte Kruisweg sloot aan op de Maasdijk door middel van een afrol. Bij de eerste verkaveling, aangegeven op een kaart van Pieter Floris van der Sallem uit 1651, was de polder verdeeld in 6 grote stukken met op 4 daarvan een boerenhoeve gebouwd.

Gezien de ontstaansgeschiedenis bestond de Oranjepolder aanvankelijk  voor een groot deel uit zandruggen, begroeid met gras en allerhande natuurlijke bosschages en struikgewas. De tegenwoordige namen de Hoogt, het Kaapsebos en het Geerbos herinneren daar nog aan. Het heeft dan ook eeuwen geduurd alvorens de grond volledig in cultuur was gebracht, onder andere door het afgraven van ettelijke meters zand om de grondwaterstand te regelen.