Landschap

1-ontginn-staalduin

1870 - Kaart met bosaanplant en rechts pachterswoningen

Toon streetview

Het Staelduin is al ruim voor het jaar 1600 bewoond, wat blijkt uit oude kaarten en daar gevonden aardewerk zoals een deel van een zogenaamde baardmankruik.

Het was in die tijd een afgelegen duingebied in een uithoek van ‘s-Gravenzande en door de slechte wegen moeilijk te bereiken vanuit Maassluis en Naaldwijk. De bewoners van het duin woonden ongeveer op de plek waar nu het bezoekerscentrum “D’ Oude Koestal” van de Vereniging vrienden van het Staelduinse Bos is gevestigd.

De huizen in het Staelduin, geschilderd door Aert Schouman in 1744 met op de achtergrond de Maas en de kerktoren van Den Briel.

Jan de Wilde, pachter van de Staalduijnen, krijgt in 1750 toestemming om wijnen, bieren en mol (een soort zwakalcoholisch bier) en verder allerlei soorten gedistilleerde wateren, met de “kleine maat”, te tappen en te verkopen.
Kennelijk kwam men vroeger s ‘avonds van omliggende boerderijen en dijkhuisjes regelmatig naar de woning van pachter De Wilde die dan een biertje tapte en een borreltje schonk.
Dergelijke kleine huiskamertapperijtjes kwamen in het buitengebied vaker voor.

Rond 1800 komt het Staelduin in het bezit van P.J. van Oosthuijze, een vooraanstaand en welgesteld Haags industrieel. Zijn dochter trouwde met baron J.J. van Rijcke­vorsel waardoor het Staelduin en omliggen­de landerijen in het bezit van deze familie kwamen. Het duin werd  gebruikt om er te jagen.
Later  werd er een Jachthuis gebouwd waar de Van Rijckevor­sels een of twee nachten door konden brengen tijdens hun regelmatig voorkomende jachtpartij­en in het duin en omliggende polders.

Rond 1870 werd een groot deel van het duin ingeplant  met snel­groeiende boomsoorten voor de hout­productie. Op deze manier leverde ook het duin geld op en ontstond er een bosgebied, het Staelduinsebos. Om toezicht te houden werd in 1856 tot opzichter aangesteld de heer A.H. de Bruijn uit Rijsenburg, die later de functie van rentmees­ter kreeg.

Aan het eind van de 19e eeuw was er bij de boerderij in het Staelduin een uitspanning waar bezoekers wat konden gebruiken.
De toenmalige boerin bakte er pannenkoeken die tot ver in de omtrek bekend waren en desgewenst genuttigd konden worden in het theekoepeltje op het hoge duin achter de boerderij.
Dit duin was rond 1860 opgehoogd om als uitkijkpunt te dienen. Vanaf dat punt had men een prachtig uitzicht over de begroeiing van het Staelduin, de Bonnenpolders, de Maas en later de Nieuwe Waterweg.

Het gebied had een beschermde status op grond van de Natuurschoonwet 1928. Het bos was opengesteld voor publiek op vertoon van een wandelkaart.

1-ontginn-staelduin

A.J.A. van Rijckevorsel
Het zuidelijk deel van het Staelduin tot aan het Oranje­kanaal werd door A.J.A. van Rijcke­vorsel afgezand en  in cultuur ge­bracht.  Er werden sloten en vaarten aangelegd en het land werd verkaveld.

Op deze lichte grond werden tuinderijen aangelegd. Voor zijn pachters liet Van Rijckevorsel er zogenaamde “Van Rijckevorselhuisjes” bouwen. Hiervan staan er aan de Van Rijckevorsellaan nog enkele.