De bomende tuinders op de Hoornsekade zijn op weg naar de Delftsche Groentenveiling. Sinds 1921 stond deze veiling in Den Hoorn. Tot de jaren zestig van de vorige eeuw was de schuit het belangrijkste vervoermiddel voor de aanvoer van de tuinbouwproducten naar de veiling.
Ter hoogte van de oudste bebouwing van Den Hoorn heeft tot 1602 een dam met windas in de vaart gelegen. Schepen naar en van Delft werden met raderen over de houten hellingen van de dam getrokken. De dam verbond de Tanthofkade met de Dijkshoornseweg, en maakte deel uit van de waterstaatkundige scheiding tussen de West- en Oostambachten.
De komst van de dam in het begin van de vijftiende eeuw betekende de stichting van het dorp Den Hoorn (toen ook wel Dijkshoorn genoemd). Door de opkomst van de tuinbouw groeide het dorp sterk na 1900.