In 1515 staat er reeds tenminste één molen molen in de Dorppolder.
In de 16e eeuw is er sprake van de Kleine en de Grote Dorppoldermolen. De kleine stond in de noordoost hoek van de polder; de grote bevond zich nabij de Gaagweg en het adellijke Huis te Dorp.
De adellijke lieden hadden belang bij een winderwatermolen nabij hun kasteel. In 1719 verwoestte een brand de Grote Dorp-molen. Deze werd echter al gauw herbouwd; hij kreeg een vlucht van 27,2 meter en een diameter van 6,31 meter. De oude foto toont hoe er vlak voor de molen een stoomgemaal werd gebouwd.
In 1878 werd de molen gesloopt. Ook de kleine molen werd buiten gebruik gesteld, al bleef deze nog lang – onttakeld – bestaan. Het stoomgemaal dreef een scheprad aan en had een vermogen van 40 pk dat werd bereikt door zogenaamde bouilleerketels. In 1920 werd overgegaan op elektriciteit en werd het scheprad vervangen door een centrifugaalpomp.
Het gebouw is karakteristiek en heeft elementen uit het neoclassicisme.