Wonen

galg en rad

1400 - Galg en rad

Toon streetview

Het gerecht van Naaldwijk mocht mensen veroordelen tot lijfstraffen, zoals brandstapel, onthoofding, afsnijden van de oren, marteling en ophanging. Het dorp bezat vanaf de Middeleeuwen dan ook een galg en een rad aan het Galgepad, nabij de Galgewoning. De lijfstraffen vonden overigens op het marktplein plaats, veelal onder grote publieke belangstelling.

Pas daarna werd het lijk op een zo barbaars mogelijke wijze naar het galgenveld gesleept, om (wederom) opgehangen te worden of vast te binden op het rad. Deze ontbindende lijken dienden als afschrikmiddel, zodat anderen niet óók in de fout zouden gaan.

Voor zover bekend zijn er in de periode na 1650 maar drie gevallen van ophanging bekend. Pieter Dircxzn. van der Spijck uit De Lier in 1671, Pieter Jacobse van der Burg en Cornelis Simonsz. de Graaff, beiden uit Naaldwijk, in het jaar 1716. Een vierde slachtoffer, Antje Greele uit Naaldwijk, ontsprong de dans in 1752. Zij werd uiteindelijk ‘gewoon’ begraven.

Aan het begin van de Franse tijd – in 1795 – besloten de ‘Representanten van het Volk van Holland’ dat alle in Nederland voorkomende galgenvelden binnen zes weken moesten worden geveld. Daarmee kwam er een eind aan de galg in Naaldwijk.

Deze marker komt voor in: